Iedere week rijdt er namens De Friese Rijders minstens één vrachtwagen vol hulpgoederen naar Oekraïne. Verzorgd door vrijwilligers die hun zorgen voor de medemens in oorlog omzetten in daden. Vrede en veiligheid kunnen ze niet brengen, levensmiddelen en gebruiksgoederen wel. Bericht van achter het front, waar de bevolking de gevolgen van de oorlog dagelijks voelt. 

De grote trailer van De Boer Transport zit afgeladen vol. Bijna 20.000 kilo aan hulpgoederen bestemd voor de bevolking in Oekraïne. Na een rit van circa 2.500 kilometer komen wij, chauffeur Douwe Jan de Boer uit Tijnje en bijrijder Arend Waninge uit Terwispel, op een vroege dinsdagochtend aan in de buitenwijken van Odessa. De havenstand is het eindpunt van rit negen van De Friese Rijders dit jaar. 

De ontvangst is meer dan hartelijk. Het is voor Alex Yurpolskyi van de Open Door Society een weerzien met Douwe Jan, hij maakt deze reis voor de derde keer. Een groep mannen staat klaar voor het lossen van de vrachtwagen. Ze wonen in opvangcontainers en tenten tegenover het terrein. Alex vertelt dat het vooral ontheemden zijn uit het frontgebied. “Wij kunnen allemaal morgen naar het front worden gestuurd. We leven bij de dag.” 

Oorlog dichtbij
Het front ligt dan wel tweehonderd kilometer verderop, de oorlog komt ook dichtbij. Alex scrolt op zijn telefoon naar beelden van de afgelopen nacht. Het centrum van Odessa is weer op meerdere punten geraakt, net als de dagen hiervoor. “De economie krijgt het steeds zwaarder. Dat brengt steeds meer mensen in problemen. Ze verdienen te weinig om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.” 

Armoede was er in Oekraïne ook al voor de oorlog, maar de strijd met de Russen heeft alles verergerd. De economie stagneert, de overheid heeft noodgedwongen alle hulpprogramma’s stopgezet. Het zorgt voor schrijnende situaties. Alex en zijn college Oleg laden enkele goed gevulde bananendozen achter in een auto. We gaan met zijn vieren op pad om persoonlijk deze pakketten af te leveren. Oleg: “Wij krijgen van de lokale overheid de gezinnen door waar de hulp het meest nodig is.” 

Zonder man
We stoppen bij een huis dat er aan de buitenkant nog redelijk uit ziet, al is het erf een verzamelplaats van rotzooi. De was wappert aan de lijn. Oleg vertelt dat de vrouw vier kinderen heeft. Haar man zit aan het front, maar heeft zijn vrouw en kinderen ook verlaten. Haar inkomenssituatie is onduidelijk, in Oekraïne zijn de mannen vaak kostwinnaar. Gezien het grote aantal slachtoffers aan het front neemt het aantal gezinnen zonder vader toe. Gezinnen met weinig of geen inkomen. “Het knijpt aan alle kanten”, concludeert Alex.  

Bij de eerste stap over de drempel worden we stil. De geur is penetrant, de aanblik schokkend. Moeder in ochtendjas kijkt ons apathisch aan, ze lijkt zich niet bewust van wat er gebeurt. De twee dozen levensmiddelen raakt ze amper aan. Onder vieze dekens, op een groot bed, kijken vier kinderen naar een flatscreen aan de muur. Schaars gekleed en ongewassen ontdekken zij de dozen. Met kinderlijke nieuwsgierigheid kijken ze wat er in zit. Een bonte papegaai vliegt wild door de ruimte. De scene maakt diepe indruk. Eenmaal buiten weet ook Alex even niet wat te zeggen. Wat wij binnen aantroffen is ook voor hem een verrassing. “We moeten proberen deze vrouw naar ons opvangcentrum te krijgen. Dit kan zo niet lang duren.” 

Grote verrassing
Op een tweede adres reageren twee jongens en hun zusje enthousiast op de twee gevulde bananendozen. De oudste houdt stiekem de zak met spekjes in Oekraïnekleuren achter zijn voet. Dat wordt straks genieten. De pakken macaroni, het zout en andere levensmiddelen worden op een kast op een rij gezet. Als moeder straks uit haar werk thuis komt weet ze niet wat ze ziet. Een bed, een stoel, een koelkast, een magnetron en twee kasten. Meer interieur is er niet. Achter een deur zit nog een slaapkamer met een paar bedden. Privacy is er amper. De situatie is beter dan op het eerste adres, maar hulp is ook hier meer dan welkom. Het is een emotionele middag, die het belang van onze reis meer dan duidelijk maakt.

Verse graven
Op de terugweg maken we een rondje door het centrum van Velykyi Dal’Nyk. In een parkje wapperen Oekraïense vlaggen bij 22 portretten. Kunstbloemen in felle kleuren bij gezichten van vaak lachende mannen. De bittere realiteit is dat zij gesneuveld zijn. Jonge jongens, maar ook al vijftigers zoals wijzelf. Veel woorden hebben we even niet. Verderop rijden we langs een kerkhof met tientallen verse graven. Later op de dag passeren we zelfs nog een immens kerkhof waar een begrafenis gaande is. De wapperende blauw-gele vlaggen duiden ongetwijfeld op weer een oorlogsslachtoffer. 

Twee keer maken we luchtalarm mee. De oorlog is in dit deel van Oekraïne alle dagen dichtbij. Je voelt het. Je ziet het. Doffe blikken in de ogen en een mix van gelatenheid en onzekerheid. Hoe dichter bij Odessa, hoe meer militaire checkpoints. Stoppen hoeven we nooit. Ons Nederlands kenteken en de vlag die duidelijk de humanitaire missie aangeeft, zijn voldoende. In een groot deel van Oekraïne zien we meer politie dan soldaten. Het dagelijks leven gaat door, de snelheid controleren is ook belangrijk. Vanaf billboards stralen militairen ons stoer tegemoet. Onze kennis van het Oekraïens is beperkt, ongetwijfeld zijn de teksten bedoeld om de moed er in te houden.  

Niet alles is logisch
De contrasten onderweg zijn groot. Dorpen met oude half vervallen woningen wisselen af met moderne megagrote winkelcentra in de steden. De parkeerplekken staan vol. Niet overal krijg je het idee in een land in armoede te zijn. We zien onderweg ook een Oekraïense combinatie met nieuwe Porsches. Het contrast met onze vracht is groot. Oordelen laten we achterwege. Niet alles is logisch te beredeneren.

De avond voor ons vertrek, maken Trump en Zelensky in het Witte Huis ruzie. Europa schrikt al weken van verrassende Amerikaanse beslissingen. Onderweg in Oekraïne komt het bericht door dat de Amerikanen zelfs alle hulp stopzetten. Het zet de reis in een heel ander perspectief. Wat is de toekomst? Voor de Oekraïne, voor Europa, voor de Verenigde Staten? In Duitsland en Polen passeren we ook grote complexen van Amazon, een grote Amerikaanse jongen die voor de handel blijkbaar wel heil ziet in Europa. De organisatie in Odessa waar we de goederen afleveren is geworteld in de Verenigde Staten. Particuliere donateurs hebben blijkbaar een andere blik op de wereld en medemenselijkheid dan hun president. Bij aankomst in Odessa wapperen de Friese Pompeblêden tussen de Oekraïense en de Amerikaanse vlag. Even voelen we ons kleine diplomaten. Friezen op missie. 

Helpen waar het kan
Alex volgt de ontwikkelingen in het nieuws op de voet, maar hij kijkt niet te ver vooruit. “Het is erg gecompliceerd. Morgen kan alles weer anders zijn. We helpen waar we kunnen en geloven dat alles in handen van God ligt.” Nadat de eerste terughoudendheid van beide kanten weg is, komt de vraag hoe wij in Nederland tegen de situatie aankijken. We benoemen ook de geluiden van partijen die vinden dat mannelijke Oekraïense vluchtelingen in West Europa eerst maar terug moeten keren voor er maar gedacht kan worden aan Europese soldaten aan het Oekraïense front. Alex houdt zich op de vlakte. “Iedereen maakt zijn eigen keuzes, het is niet aan mij om te oordelen. We verliezen allemaal iets in deze oorlog. Mijn flat in Kiev is verwoest, de vluchtelingen in het buitenland verliezen het gevoel voor hun eigen land.”  

In de 2.500 kilometer terug naar Friesland laten we bezinken wat we hebben gezien en gehoord. Respect overheerst. Voor het werk van De Friese Rijders, maar zeker ook voor de mensen in Oekraïne. Voor hun weerbaarheid, hun flexibiliteit, hun creativiteit, hun standvastigheid en voor hun vermogen om er onder zware omstandigheden toch het beste van te maken. Het zet onze vrijheid, die vaak zo vanzelfsprekend lijkt, toch weer in een ander daglicht. 

Kader 

Op de thuisbasis in Haulerwijk
Een voormalige kippenslachterij in Haulerwijk is het kloppende hart van de Friese Rijders. Een geoliede machine, het wrange resultaat oorlog die al te lang duurt. Een groep vrijwilligers vult aan de lopende band bananendozen. Zout, thee, rijst, bloem, suiker, zonnebloemolie, tandpasta, WC-papier, knackworsten. “In gesin oan it front kin hjir twa oant fjouwer wike mei foarút”, vertelt Arnaud Dijkstra. Hij is de drijvende kracht achter de Friese Rijders, wekelijks spendeert hij tientallen uren aan het initiatief. “Mei oarloch komt ûnrjocht en dêr kin ik net oer. Dan fyn ik dat ik yn aksje komme moat.” Hij herinnert zich de beelden aan het begin van de oorlog met wanhopige vluchtende moeders met kinderen en een paar tassen op treinstations. “Ik ha sels fjouwer dochters. At ik dit soarte bylden sjoch dat fiel ik my as heit roppen om it ûnrjocht te bestriden.” Die hulp is inmiddels uitgegroeid tot een hele organisatie. “Us druppel is in plasse wurden.”

Ieder bananendoos van De Friese Rijders is 22 kilo hulp. Voor militairen zijn er aparte pakketten, voor als ze de loopgraven verlaten. Eten dat uit blik kan worden genuttigd, enkele producten om even aan de persoonlijke hygiëne te werken. Alle producten worden gedoneerd of de organisatie koopt het met korting in bij supermarkten. 

Hennie uit Haulerwijk zit aan de lopende band, ze is nog maar een paar weken vrijwilliger. “Mar at je ien kear binnen binne, grypt it je beet. Je komme der net wer wei.” Ze is begaan met het lot van de mensen in Oekraïne. “Wy sjogge op foto’s en filmkes hoe bliid at se mei de pakketten binne. Dat stimulearret enorm.” Hennie maakt zich zorgen over de toestand in de wereld. “Ik lis der wolris wekker fan. Wy witte net hoe’t it komt. Ek hjir net.” 

Even verderop worden medische pakketten gevuld. Een vrijwilligster vertelt over de overvloed in ons land aan bijvoorbeeld verband. “Aan het front wassen ze gaasjes weer uit. Dan is ons verband, ook al is het ver over datum, altijd beter.” Bovenop de zware pallets vallen de bigbags met visnetten op, afkomstig uit Urk. Arnaud legt uit waarom ze zo gewild zijn. De visnetten dienen voor camouflage, maar ook om uitgeschakelde neerkomende drones op te vangen.  

Kader

De Friese Rijders 

De Friese Rijders is een non-profit vrijwilligersorganisatie die direct na de Russische inval in Oekraïne is opgericht. Aanvankelijk onder de vlag van de Stichting Unite in Christ, nu als zelfstandige stichting. De inpakfabriekfabriek en het centrale magazijn van de organisatie is gevestigd in Haulerwijk. De Friese Rijders zijn afhankelijk van donaties en vrijwilligers. Voor de verspreiding van de humanitaire goederen werken De Friese Rijders in Oekraïne samen met de Open Door Foundation (ODF), opgericht door een Amerikaans zendingsechtpaar. De ODF heeft een sterk vertakte infrastructuur en zorgt via tachtig ‘chaplains’ voor verdere verdeling van de goederen naar mensen en instanties, ook in de frontgebieden. De Friese Rijders kunnen alle hulp goed gebruiken: frieserijders.nl

Meer nieuws

Mijlpaal voor Friese Rijders met 50e hulptransport naar Oekraïne

Mijlpaal voor Friese Rijders met 50e hulptransport naar Oekraïne

HAULERWIJK - Op vrijdag 9 mei vertrok het 50e humanitaire hulptransport van de Stichting Friese Rijders naar Oekraïne. Deze mijlpaal volgt op de succesvolle introductie van het 'bananendoos-concept' in 2024. Hierbij worden kwaliteitsgoederen in de eigen inpakfabriek...