Rit 46: (voorheen 47) Reisverslag

De reis naar de Oekraïense grens begon in Roden op dinsdag 14 juni om 9.50 uur. Wij, Bert Weegenaar en Elisabeth Pietersma hebben ervoor gekozen om voor de heenreis wat meer tijd uit te trekken. Om misverstanden te voorkomen; we hebben al onze overnachtingen voor eigen rekening genomen.

We hadden geld ingezameld voor Rit 47 naar Oekraïne maar omdat Rit 45 niet door kon gaan vanwege Corona werden we toen Rit 46.

We vertrokken met een behoorlijk volle bus met hulpgoederen en ook kinderschoenen die we hadden gekregen. Een deel van de schoenen kwam van de Rehoboth school van Miriam in Oldekerk, een deel uit Muiden waar Suzan een Whatsapp oproepje had geplaatst en ook nog eens helemaal nieuwe kinderschoenen. Bedankt alle ouders die hieraan meegeholpen hebben!

De eerste reisdag verliep rustig, aan het eind van de dag zijn we naar Landgut hotel Waldgasthof in Rosswein gegaan, vlakbij de autoweg. Een prima overnachtingsplek, waar we ook een hapje konden eten. Volgende ochtend om 8.15 uur vertrokken. Eén band leek niet goed op spanning. Na het tanken hebben we dat gecontroleerd en inderdaad daar kon veel lucht bij…   Toen hadden we het vertrouwen dat er nog meer goederen in de bus konden. Op naar de Aldi en inslaan! Hoe dichter wij die dag de Oekraïense grens naderden hoe stiller het op de weg werd. Unheimisch. Plotseling kwam ons, met een noodvaart, een behoorlijke colonne zwarte geblindeerde auto`s met zwaailichten voorbij gestoven. Imponerend. Elke keer als één van de auto’s onze, toch wel behoorlijk zwaar beladen bus passeerde, voelden we hem schudden. Later bleek dat hier de Europese top inzat op weg naar de trein naar Zelensky in Kiev.

Inmiddels in de buurt van onze overnachtingsplek gekomen zijn we nog een Lidl binnengegaan, om van de die dag nog binnengekomen donaties, voor scherpe prijzen nog de laatste gaatjes in de bus te vullen met treetjes vol babyvoeding. We hebben overnacht in hotel Dwòr Kresowy in Radymno, ook weer dichtbij de snelweg een half uur rijden van de Oekraïense grens. Prima hotel. Op de parkeerplaats ontmoetten wij twee Oekraïense vrouwen die voor een kantoortje in de rij stonden om de juiste papieren te krijgen voor de auto die ze in Polen hadden gekocht en mee terug wilden nemen naar Oekraïne. Eén van hen, een jonge moeder van drie kinderen, vertelde dat haar man en haar broer vanuit de Azotfabriek in Severodonetsk zijn gedeporteerd naar Rusland. De Russen doen er alles aan om hen te laten vergeten en verdwijnen. Soms is er 20 seconden telefonisch contact. Te verdrietig voor woorden. Deze twee vrouwen doen er op hun beurt alles aan om ervoor te zorgen dat de wereld hen niet vergeet en in actie komt.

Na een vroeg ontbijt op 16 juni, reizen we om 06.00 uur af naar de grens met Oekraïne, waar Igor ons met zijn lege bus om half acht, aan zijn kant van de grens, zal ontmoeten. In de meest rechter rijbaan stond een enorme rij auto’s stil. Volgens de beschrijving moesten we doorrijden tot aan de verkeerslichten. In de tweede baan stond een veel kleinere rij. Ook die reden wij voorbij in baan drie. De douanebeambte stuurde ons terug. We moesten achter de witte bus gaan staan. Ja, maar welke witte bus? Een Oekraïense chauffeur zag dit allemaal gebeuren en zag onze Oekraïense vlaggen voor de ramen van de bus en nodigde ons uit vóór zijn bus in de rij de schuiven. Eenmaal weer vooraan sommeerde de grensbewaker ons naar hem toe te rijden en snauwde ons toe dat we linksaf eruit moesten, richting Polen. Een beetje geschrokken zaten we ineens weer op de A4 in tegenovergestelde richting. Snel herpakt en na een paar kilometer via een rotonde nogmaals richting grens om het opnieuw te proberen. Nu achteraan aangesloten in de tweede baan. Dat was kennelijk de juiste beweging, want na heel lang wachten mochten we doorrijden langs deze controlepost. Na veel bureaucratie en lang wachten zagen we eindelijk Igor. Dat was een heel hartelijke ontmoeting. We hebben de goederen overgeladen en Igor ook nog een cadeautje gegeven voor zijn pasgeboren zoon. Hij was heel dankbaar voor weer een lading hulpgoederen. Via de snelle route, via het hek, weer terug naar Polen. Nou ja snel. Weer heel lang wachten en deze keer werd de hele bus en al onze spullen doorzocht. Uiteindelijk arriveerden we om 12.00 uur in het vluchtelingenkamp in Przemysl, ongeveer drie kwartier vanaf de grens. Een voormalig winkelcentrum met een troosteloze parkeerplaats, een oranje/rode tent voor de registratie, een politieauto bij de uitgang, wasgoed dat buiten te drogen hing en wat mensen die daar rondhingen.

Irene, de Nederlandse coördinator, bracht ons bij de 6 passagiers die op ons stonden te wachten en naar Nederland wilden. Twee mannen en drie vrouwen en een dochter van 12 van één van de vrouwen.

Niemand sprak Engels en gelukkig was er een tolk die de gang van zaken in de bus en de komende dagen aan de mensen kon uitleggen. We hoopten dat ze dan iets geruster in de bus zouden zitten en wisten dat ze even een signaal konden geven als ze iets nodig hadden; wc, drinken, eten etc.

Na een paar uur rijden hebben we aan een picknicktafel gegeten. We hadden een tas vol eten en drinken van huis meegenomen. Ze waren zo bescheiden dat ze eerst niet aan tafel kwamen. Alsof dit niet voor hen bestemd was. Met een beetje aandringen, kwamen ze uiteindelijk toch aan tafel. Het werd een ontspannen moment, waarin ze voorzichtig wat met elkaar gingen praten.

In Katowice hebben we onze zevende passagier om 14.40 uur bij het centraal station in de stromende regen opgehaald. Nu was het echt hutje mutje in de bus. Deze vrouw had Google translate op haar telefoon, dat vergemakkelijkte de communicatie met haar en daardoor ook met de andere mensen.

In één keer doorrijden naar Nederland was geen optie meer. In Legnica in het Qubushotel hebben we   kamers geboekt.

Op 17 juni zijn we om half acht vertrokken voor de laatste reisdag. Tussenstop met picknick waar we veel meer initiatief van de groep zagen. Dat was prachtig.

Het voelde goed om twee passagiers naar Beuningen te brengen naar een gastgezin en naar een kleinschalige opvang. Het tweede adres was de Jaarbeurshal in Utrecht waar we bij aankomst een maaltijd aangeboden kregen. Na het eten met zijn zevenen lieten we twee van onze passagiers achter in een totaal verlaten hal met honderden veldbedden. De troosteloosheid van de leegte maakte dat we wel even moesten slikken bij het afscheid, dit was echt niet fijn. Het afscheid van moeder en kind bij de kleinschalige opvang in Emmen was heel anders, bijna vrolijk. Ze werden daar met gejuich ontvangen en met veel vrouwelijke leden van hun familie/gezin herenigd. Zo warm en dankbaar. Die warmte namen we mee naar Hoogezand waar we onze laatste passagier rond middernacht bij een gastgezin hebben gebracht.

Moe maar voldaan van deze enerverende reis van 3350 km, kwamen we om 01.00 uur in Roden aan.

We voelden ons zeer gesteund door de organisatie ‘de Friese rijders’ en ook door alle lieve mensen die zo royaal geld gedoneerd hebben. Dank ook aan Roosmarijn Koster die via haar vlog en Instagram een oproep deed om te doneren, wat supergoed werkte! Ook veel dank aan de ondernemers uit Roden; de Rohner apotheek, de Etos en Molenkamp schoenen en uit Nieuw Roden de Poiesz. Zij hebben ons veel hulpgoederen cadeau gedaan. Wij gaan dit nooit meer vergeten!